Een Geschenk Voor De Democratie?
Hans Moors en Jonneke Stans
David Runciman en Yvonne Hofstetter wijzen op de rol van desinformatie en digitale ongelijkheid in de verzwakking van democratieën. Er is behoefte aan versterking van de democratische besluitvorming en burgerparticipatie, met aandacht voor de juiste onderwerpen en inclusiviteit om de kloof tussen burgers en overheid te overbruggen. Burgerberaden bieden een kans, maar vereisen zorgvuldige organisatie en uitvoering om effectief te zijn.
David Runciman en Yvonne Hofstetter wijzen in respectievelijk How Democracy Ends en Der Ende der Demokratie op een andere vorm van ongelijkheid die democratieën ondermijnt. Zij zien desinformatie als gevolg van kunstmatige intelligentie en losgeslagen digitalisering als belangrijke oorzaak van democratische verzwakking. Volgens hen is ook dat geen externe kracht, maar interne rot. Runciman beschrijft hoe complottheorieën hand over hand toenemen, omdat steeds lastiger te onderscheiden is wat echt is en wat niet. Dat slaat het idee van een gedeelde werkelijkheid, en daarmee een democratisch fundament, aan diggelen. Bovendien heeft de digitale revolutie ervoor gezorgd dat grote delen van de bevolking - nog meer dan voorprimair een consumentenhouding hebben aangenomen. heen Onmiddellijke behoeftebevrediging en aangename bubbels die afwijkende meningen wegfilteren, hebben een verleidelijk luie modus vivendi gecreëerd, aldus Runciman. Die passieve consumentenhouding staat echter haaks op een actieve democratische houding. Zo'n houding vergt juist geduld (zowel democratie als verandering kost tijd), evenals mentale lenigheid om tot consensus te komen met mensen die er heel andere opvattingen op nahouden dan jijzelf. (Page 233)
Een democratie is namelijk geen natuurwet. Ze bestaat niet vanzelf. JOp allerlei terreinen moet er hard en constant aan worden gewerkt: sociaal, economisch, ecologisch, financieel, juridisch, informatietechnologisch, journalistiek en moreel. Dat is veel gevraagd van een systeem dat van binnenuit verzwakt is geraakt. De eerste stap richting verbetering is dan ook versterking van kern, het fundament van een democratie: de manier waarop binnen een samenleving collectief besluiten worden genomen. (Page 234)
Note: Stuk van Eva Rovers
Wie zich bezighoudt met democratische versterking, kan dus niet achterover leunen en denken dat het wel goed komt, als we maar doorgaan op de ingeslagen weg, omdat die nu zo succesvol en populair lijkt. Nee, de sector van deliberatieve democratie - in Nederland en daarbuiten - moet heel goed nadenken over de volgende stappen en de juiste keuzes maken. Anders kan de deliberatieve golf weleens heel snel breken. (Page 235)
Als we ons als sector alleen richten op het ingeslagen pad, dan zal het waarschijnlijk een korte reis worden. Een hype die een klein aantal inwoners democratisch zelfvertrouwen geeft, die enkele vraagstukken verder zal brengen, die een beperkt aantal ambtenaren en politici laat zien hoe waardevol de inbreng van inwoners is en hoe democratische besluitvorming er ook uit kan zien. Maar niettemin een hype, die ook zo weer voorbij kan zijn. Zeker als iedere overheid opnieuw het wiel blijft uitvinden en uit koudwatervrees het eerste burgerberaad in die gemeente of provincie als experiment blijft beschouwen. Het gevolg is dat burgerberaden nodeloos duur worden, omdat iedere overheid afzonderlijk gaat uitzoeken wat er precies nodig is, ad hoc capaciteit moet regelen en relatief veel externe krachten of adviseurs betrekt. Omdat het de eerste keer is, is de neiging vaak ook om te voorzichtig te zijn: het burgerberaad moet vooral niet te groot zijn, vooral niet te veel dagen duren en vooral over een onderwerp gaan dat 'dicht bij de mensen staat'. In bijna alle gevallen staan in de aanloop naar een burgerberaad de wensen van de gemeente of provincie centraal. Een wethouder, gemeenteraad of gedeputeerde wil zich ‘comfortabel’ voelen bij de vraagstelling en het mandaat, waardoor het onderwerp bescheiden blijft of het mandaat weinig voorstelt. Als het overheden duidelijk wordt wat een goed georganiseerd burgerberaad behelst, vragen ze bovendien vaak al snel om een lichtere variant. 'Kan het niet in drie dagen?' 'Kan het niet met minder inwoners?' (Page 236)
In Heemstede werd bijvoorbeeld geen financiële vergoeding gegeven aan de deelnemers, en daar viel 40% van de honderd ingelote deelnemers af, substantieel meer dan de gebruikelijke 20% afvallers.' Maar waar in Nederland vooral op wordt bespaard, is tijd. Verreweg de meeste burgerberaden bestaan hier uit maximaal vier of vijf bijeenkomsten (waarvan sommige zelfs op dagdelen zijn, zoals in Almere, waar het burgerberaad gedurende vijf avonden plaatsvond). Dat kan voor kleinere vraagstukken zeker voldoende zijn, maar als een burgerberaad in vier dagen aanbevelingen moet formuleren voor een groot vraagstuk als de energietransitie, de klimaatdoelen van een stad of de woningopgave, dan is het niet zo vreemd als die uitkomsten vervolgens wat algemeen blijken te zijn. (Page 237)
Het resultaat van dit alles is dat er veel burgerberaden worden georganiseerd, waar vrij voor de hand liggende aanbevelingen uit komen voor redelijk eenvoudige onderwerpen. Daarmee wordt de potentie van burgerberaden allerminst benut en ontstaat een groot afbreukrisico. Gemeenten als Utrecht en Amsterdam krijgen nu al kritiek op de kosten van een burgerberaad, maar ook op het feit dat ze te weinig transparant zijn en dat de aanbevelingen te algemeen zijn.³ Natuurlijk kunnen er lichtere vormen van participatie en deliberatie worden georganiseerd, maar die processen moeten niet de naam 'burgerberaad' krijgen. Voor een goed burgerberaad zijn er niet voor niets randvoorwaarden.' Die naar beneden bijstellen om een proces lichter of goedkoper te maken, ondermijnt zowel de potentie als de geloofwaardigheid en effectiviteit van burgerberaden. (Page 240)
De Rijcke geeft aan dat wordt gewerkt met een toegelaten afwijkingsmarge: ‘Bij sommige criteria die we heel belangrijk vinden, zoals opleidingsniveau, ligt die marge heel laag. Daar is maximaal 2% verschil toegestaan. Bij andere criteria mag er maximaal 5% verschil zijn.' Met succes: de afgelopen twee jaar is het Brussel gelukt om binnen die afwijkingsmarges te blijven. (Page 245)
mogelijkheden van burgerberaden drie niveaus van commitment:26 1. verantwoordingsplicht, waarbij partijen achteraf verantwoorden wat er in de besluitvorming met de uitkomsten is gedaan. Een gemeenteraad of parlement bespreekt de uitkomsten dus niet publiekelijk, en evenmin motiveren zij waarom bepaalde uitkomsten afgewezen worden; 2. besprekingsplicht, waarbij de uitkomsten wel publiekelijk besproken worden, eventueel gevolgd door een stemming; 3. plicht tot regelgeving, waarbij de gecommitteerde partijen de uitkomsten in beleid en regelgeving vastleggen. In dat geval moet van tevoren duidelijk zijn onder welke voorwaarden partijen zich committeren aan de uitkomsten. Vooralsnog heeft geen enkele Nederlandse overheid gekozen voor een burgerberaad met plicht tot regelgeving, ook niet onder vooraf gestelde voorwaarden. De grondwet bepaalt tenslotte dat het primaat bij de volksvertegenwoordiging ligt, en dat deze daarom altijd het laatste woord heeft. Datzelfde argument gaat ook op voor een toekomstig permanent burgerberaad. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat er binnen het huidige democratisch systeem op korte termijn gekozen zal worden voor een permanent burgerberaad dat bindende uitspraken kan doen. 27 Maar een grondwet kan natuurlijk worden aangepast (Page 249)
BESTAAT EEN VOLMAAKT BURGERBERAAD? Hans Moors en Jonneke Stans Het is natuurlijk een retorische vraag. Want wanneer zoveel menselijke factoren in het spel zijn als bij een burgerberaad, dan blijft volmaaktheid een illusie. (Page 255)
Veel mensen die zich met democratische vernieuwing, de kloof tussen politiek en samenleving, de diplomademocratie en verzuiling via opleidingsniveau, en de responsieve overheid bezighouden, zien in burgerberaden een bruikbaar instrument Dat is het ook. Maar tegelijkertijd gebeurt wat met alle handige instrumenten gebeurt: je kunt er nogal wat mee. En waar het eigenlijk voor was bedoeld, wordt dan langzaam minder helder. Er ontstaat ruis rond begrippen, doelen en verwachte resultaten. (Page 255)
De Boer en collega's - waardoor bochten worden afgesneden om maar bijtijds over adviezen te kunnen stemmen. De interessante vraag die zij opwerpen, is of dat misschien wat kronkelige proces van deliberatie niet juist van rijkere betekenis is, vanuit het gezichtspunt van bestuurders en politici, dan de adviezen zelf. (Page 258)
Hier wreekt zich de relatief korte ervaring die we in Nederland met burgerberaden hebben. Onderzoek naar de manier waarop burgerberaden verbinding maken met de brede samenleving, is volop gaande. Empirische resultaten zijn er nog niet, al is de veronderstelling dat het betrekken van het 'maxi-publiek' een (noodzakelijke) voorwaarde is om van burgerberaden het instrument te maken dat de kloof tussen burgers en overheden helpt overbruggen en bijdraagt aan wederzijds vertrouwen, niet gespeend van enige logica. Want hoe kan een burgerberaad effect sorteren en publiek gezag verwerven, als bijna niemand ervan gehoord heeft? (Page 263)
Volgens geen van de auteurs in dit boek kunnen we beter stoppen met burgerberaden Hoewel ze vrijwel allemaal (fundamentele) problemen aanwijzen en behoorlijk pittige opgaven noemen om burgerberaden op een goede manier, op een passend moment, met een zinvolle vraag, en in een ontvankelijke context te organiseren. (Page 264)
Verder die we tot nu toe gegaan zijn, leidt gaan op de weg ongetwijfeld tot nog net wat beter georganiseerde burgerberaden, blije deelnemers en tevreden bestuurders. Meer van hetzelfde, zij het net wat mooier. Daar is niet zo heel veel mis mee uiteraard. Maar de keuze die voorligt, gaat over hoe we in Nederland 'democratie willen doen' en dat is een vraagstuk dat almaar aan urgentie wint. (Page 266)
Een eerste onderwerp dat aandacht verdient, is de politieke context die aanleiding geeft voor het organiseren van een burgerberaad. Tegelijkertijd bepaalt die politieke context voor een belangrijk deel ook de vraagstelling, de uitvoering en de opvolging ervan. Hierbij stilstaan is van cruciaal belang, omdat burgerberaden de democratie kunnen verrijken, maar in principe evengoed een instrument zouden kunnen zijn om bestaande democratische processen uit te hollen. (Page 267)
Her en der wordt soms wel verwezen naar de rol van desinformatie (maar dan vooral verspreid door autocraten)¹² of wordt er kort gesproken over wat te doen als er een complotdenker wordt ingeloot ('die heeft net zo veel spreekrecht als de rest').¹³ Maar er wordt in al die werken eigenlijk geen aandacht aan post-truth gegeven. En dat is een gemiste kans. (Page 77)
Note: Stuk Jaron Harambam
Op het spel staat: wie mag bepa len wat de waarheid is, met welke middelen en waarom? Wat eerder genoemde auteurs vergeten te vermelden, is namelijk dat kennis en waarheid innig met macht zijn verweven. Wie kennis heeft, heeft macht. En wie macht heeft, heeft de waarheid in pacht. (Page 78)
Note: Jaron haalt Fuller post-truth aan
Doen alsof er maar één waarheid is en dat die enkel door experts mag worden bepaald, is - kort gesteld - een uitdrukking van macht ten faveure van één maatschappelijke groep. (Page 79)
Note: Stuk Jaron
Juist omdat kennis macht is, en omdat zo veel politieke besluiten worden genomen op basis van feiten, is het noodzakelijk dat ook kennisproductie aan democratisch debat wordt onderworpen. (Page 79)
Note: Jaron
Dat soort cijfers komt niet uit de lucht vallen, maar is actief geproduceerd door wetenschappers die verschillende keuzes maken, keuzes die ook elkaar kunnen leren. Burgerberaden leken ons daar een uitstekend middel voor, omdat zij zijn gestoeld op een machtsvrije dialoog die zich over een langere tijd uitspreidt. (Page 79)
Note: Jaron: langere tijd
Belangrijker voor mijn argument hier is dat dit soort organisaties die het publieke domein van allerlei zogenaamde onwaarheden moeten ontdoen, helemaal niet geloofwaardig zijn voor de mensen op wie zij gericht zijn. Dat heeft allerlei onbedoelde gevolgen. Omdat factcheckers veelal vanuit dezelfde culturele en soms ook politieke klasse afkomstig zijn, en veel 'gewone' mensen zich in dit soort debatten en instituten juist niet gezien en erkend voelen, wordt hun onafhankelijkheid in twijfel getrokken. Ze zouden bijvoorbeeld te links of te rechts zijn. Hierdoor wordt al hun arbeid weer tenietgedaan: ze worden immers niet gelezen of geloofd. Als enkel de mensen die toch al geloven in de officiële waarheid de gefactcheckte claims lezen, dan wordt het al snel preken voor eigen parochie. (Page 89)
De waarheid is onderwerp van veel maatschappelijke discussies. Van verschillende kanten worden gevestigde instituties en hun kennisclaims gewantrouwd en als fake weggezet. Tegelijkertijd worden allerlei meningen en gevoelens gepresenteerd als feitelijkheden. Dit is het post-truth tijdperk. De dominante reactie op deze problematiek is het teruggrijpen op de autoriteit van de wetenschap, harder roepen dat feiten toch echt wat anders zijn dan meningen, en de publieke ruimte schoonvegen van allerlei dubieuze claims. Alleen als we de feiten op tafel leggen, kunnen we van mening verschillen en politieke discussies voeren. In dit hoofdstuk heb ik willen betogen dat we ook over de feiten zelf moeten kunnen debatteren, omdat deze enorme politieke implicaties hebben. Kennis is macht, en andersom. Juist om wantrouwen bij bepaalde bevolkingsgroepen weg te nemen en hen weer onderdeel van publieke discussies over de waarheid te maken, is het noodzakelijk dat ook de waarheid aan een democratisch debat wordt onderworpen. Burgerberaden bieden door hun unieke opzet een geweldige mogelijkheid om inhoudelijk en inlevend met elkaar over ingewikkelde kenniskwesties te spreken. In dit hoofdstuk heb ik twee experimentele voorbeelden gegeven, maar ik hoop in de toekomst nog veel meer van dit soort initiatieven te zien. De waarheid is te belangrijk om aan experts (alleen) over te laten. (Page 91)
Hoewel het gebruik van de term 'afgehaakt' inmiddels behoorlijk is ingeburgerd, zijn er diverse kanttekeningen bij te plaatsen. De Voogd en Cuperus geven aan dat ze hebben getwijfeld over het gebruik ervan, vanwege de normatief-negatieve associaties die de term kan oproepen. Ook is 'afgehaaktheid' volgens hen niet eenduidig, maar 'een multidimensionaal fenomeen met vele gezichten'. In kwalitatief onderzoek naar stemmers en niet-stemmers bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 raadden we het gebruik van de term om ten minste drie redenen af. Ten eerste omdat het aanduiden van niet-stemmers als 'afgehaakte' burgers vaak geen recht doet aan hun betrokkenheid bij hun stad, dorp, wijk of buurt. Veel inwoners den ken dat hun stem bij verkiezingen geen verschil maakt, maar zetten zich bijvoorbeeld wel in als vrijwilliger of dragen bij aan het schoon houden van hun straat. Zo zegt een 57-jarige man die vrijwilliger is maar signaleert in een buurtcentrum in Den Haag: Je moet je stem niet weggeven, je moet je eigen stem gebruiken. Je laten vertegenwoordigen is het stomste wat je kunt doen.' Ten tweede suggereert de term 'afhaken dat mensen eerst wel waren aangehaakt bij de lokale politiek, nu niet meer meedoen. Terwijl niet-stemmen in sommige families ook van generatie op generatie wordt overgedragen, zo een wijkprofessional in Oldambt. Ten derde suggereert het onder scheid tussen 'afgehaakt' en 'aangehaakt' dat het om duidelijk afgebakende groepen gaat, terwijl uit het onderzoek blijkt dat stemmers en niet-stemmers veel zorgen delen. Zo zeggen veel stemmers dat stemmen iets is dat je nu eenmaal 'hoort te doen', maar velen er direct aan toe dat ze er weinig vertrouwen in hebben dat hun stem echt verschil maakt. Dergelijke kritiek is niet nieuw; vergelijkbare kanttekeningen zijn eerder geplaatst bij termen als 'boze' of ‘bezorgde' burgers. Zo laat een reflectie op twintig jaar onderzoek naar 'de boze burger' zien da...
...t de noemer 'boos' geen recht doet aan het veelvoud aan en emoties onder de burgers die ermee worden aangeduid. Zulke containerbegrippen doen geen recht aan onderlinge verschillen, en dragen beperkt bij aan een beter begrip van ongelijkheid en onbehagen. (Page 96)
Gebrek aan vertrouwen in de overheid kent ook verschillende gradaties." Sommige mensen zeggen vrij laconiek dat hun stem het verschil toch niet zal maken, waar anderen denken dat de hele politiek doorgestoken kaart is. In de verhalen die mensen vertellen, zijn drie met elkaar samenhangende bronnen van gebrek aan vertrouwen te herkennen: 'ik zie de overheid niet', 'de overheid ziet en hoort mij niet', en 'de overheid kan (of wil) problemen niet oplossen'. (Page 98)
Voor inwoners voor wie de overheid een abstracte en ontastbare entiteit is, zal het krijgen van een brief met een uitnodiging om deel te nemen aan een burgerberaad niet direct voelen als een lot uit de loterij. Een burgerberaad moet daarom niet op zichzelf staan als middel om de verbinding tussen burger en overheid te herstellen of te versterken. Het zou onderdeel moeten zijn van een bredere visie op burgerparticipatie en vertrouwen in de burger, waarvan ook het ondersteunen van en aansluiten bij initiatieven van burgers zelf onderdeel is. Variatie in manieren van inwoners betrekken is belangrijk; voor veel mensen is discussiëren met andere inwoners best spannend. (Page 104)
. Dat is balanceren: te veel politieke of ambtelijke betrokkenheid is niet goed, maar te weinig ook niet." Zo vertelden meerdere gemeenteambtenaren dat het na afloop van een burgerberaad lastig is om het enthousiasme dat deelnemers en organisatoren voelen over het proces en de uitkomst over te brengen op de gemeenteraad. (Page 105)
De overheid moet beter.' Dat is een constatering die in en rond 'de overheid' luid en duidelijk te horen valt. Sterker nog, in de essaybundel De vierde macht is het zelfs de openingszin. In de afgelopen jaren zijn er tal van analyses opgetekend die de relatie samenleving, individu en overheid duiden.³ Kort en bondig: vrijwel elke analyse stelt dat het anno nu niet goed gaat met die relatie. Enigszins masochistisch stelt Loose vast dat die moeizame relatie misschien wel de kwintessens van de overheid is: 'De goede overheid [is] een overheid waar niemand tevreden over is." (Page 118)
Kort gezegd: wat voor de één een parkeerplek voor de eigen auto is, is voor de ander een gedroomde mini-speeltuin met wipkip en schommel. Voor een derde is het de ideale plek voor de picknicktafel als verbinder van de straat. Een vierde wil vooral groen aanplanten: goed tegen hittestress, goed voor het klimaat. Zoveel zielen, zoveel zinnen. (Page 121)
Of het nu aan de nieuwigheid van het fenomeen ligt of niet, feit is dat het organiseren van een burgerberaad ook wel spanning oproept. Aldus opdrachtgevers: 'Mensen houden een beetje hun adem in. Soms uit enthousiasme. Soms uit spanning. Soms uit zorg. (Page 124)
In de praktijk lukt het loten van deelnemers goed, zo stellen opdrachtgevers vast. Al is dat wel spannend: 'Ik moet zeggen dat uiteindelijk, na de loting, we pas allemaal opgelucht konden ademhalen dat we zeiden van oh, we hebben genoeg mensen in alle categorieën om eraan deel te nemen, want dat was voor ons wel een hele spannende.' Zo lukt het – dus – bijvoorbeeld om jongeren te betrekken: 'Ik weet niet of we die zonder burgerberaad ook makkelijk zouden bereiken, want wij hebben inderdaad ook dingen met de kinderburgemeester, met een kinderraad [en] een jongerenraad [gedaan].' Maar dat leverde (te) weinig op. En lukt het ook om - relatief - een dwarsdoorsnede van de samenleving te laten deelnemen. (Page 126)
Misschien zit de echte opbrengst van burgerberaden wel in e een modulaire aanpak: '[Ik] kan me voorstellen dat je misschien e aantal elementen van een burgerberaad op andere manieren in g zetten, in andere participatievormen. Dat je misschien niet elke keer vijf bijeenkomsten hoeft te organiseren. Of dat er ook niet elke keer honderd mensen hoeven te zijn.' Die flexibiliteit biedt uitkomst, zo stelt deze opdrachtgever vast. 'Omdat je een beetje gaat zoeken naar wat past bij jouw gemeente. Want ik geloof (…) in het principe het burgerberaad.' (Page 134)
Note: Modulaire aanpak
Wat zijn de consequenties van deze beperkingen voor het burgerberaad? Aan 'de voorkant van het proces kunnen deze vier beperkingen het minder aantrekkelijk maken om een burgerberaad te organiseren, terwijl het beleidsvraagstuk of de politieke situatie daar wel degelijk bij gebaat zou kunnen zijn. Aan de achterkant' van het proces kunnen ze een reden zijn voor politici om de uitkomsten van een burgerberaad niet volledig ter harte te nemen. Het is de moeite waard om stil te staan bij het waarom hiervan. Nadat een burgerberaad zijn adviezen overhandigt aan een bestuurder, gaan deze het ambtelijk-politieke proces van beleidsvorming in. Ambtenaren en politici bestuderen de adviezen en hebben daarbij een voorkeur voor voorstellen die aansluiten bij bestaand beleid en bestaande (politieke, bestuurlijke) opvattingen. Elk advies van het burgerberaad valt vervolgens in één van drie categorieën. Ten eerste kan een advies, ongeacht de inhoud, vaag of generiek genoeg zijn voor een politicus om er (grotendeels) in te stemmen. In een tweede geval kan een advies in lijn zijn met bestaand beleid of een politieke voorkeur, en daardoor evengoed eenvoudig om mee in te stemmen. In beide situaties gaat er geen grote beleidswijziging mee gepaard. En in beide gevallen kan de reactie zijn dat er geluisterd is naar het burgerberaad. (Page 139)
De studie laat zien dat democratische innovaties als het burgerberaad vaak beperkte invloed op het beleid hebben, en ook niet zomaar tot meer betrokkenheid en vertrouwen in de politiek leiden. (Page 140)
Een breed burgerberaad betrekt de brede bevolking voorafgaand aan of tijdens het burgerberaad via een online raadpleging. De brede bevolking krijgt een vergelijkbare vraag voorgelegd als het burgerberaad, en kan gedurende een beperkte periode haar voorkeuren, waarden en zorgen meegeven aan de deelnemers van het burgerberaad. (Page 141)
Ten derde is er meer toepassing in de praktijk en onafhankelijke evaluatie nodig om te bepalen of de voordelen en eigenschappen van het brede burgerberaad zoals wij hier schetsen robuust zijn. (Page 142)
We noemden dat het Anna Kareninaprincipe: als niet elk aspect van het burgerberaad tot in perfectie is uitgevoerd, dan kan dit leiden tot een legitimiteitsprobleem. (Page 152)
Maar ondanks het feit dat bekend is dat empathie en perspectief kie zen tot op zekere hoogte afhangen van iemands persoonlijkheid, laat onderzoek zien dat de mindset en motivatie om zich open te stellen voor perspectieven van anderen per discussie kunnen verschillen. Kortom, discussiebegeleiders kunnen nog steeds invloed uitoefenen op de mate waarin de discussie door empathie wordt gekenmerkt en op het kiezen van perspectief door te interveniëren in de omstandigheden waaronder een discussie plaatsvindt, zoals de catering, of de opstelling in de ruimte (zit je lijnrecht tegenover elkaar of aan een beeld aan: ronde tafel?). Een geïnterviewde in ons onderzoek gaf dit bijvoor‘Dus zorg ervoor dat je begrijpt in wat voor mindset mensen komen: eten en drinken, maar ook de zaalinstellingen vergeet ik niet en hoe ze, je weet wel, verwelkomd worden. Ja. Zijn extreem belangrijk. Oh ja. En invloed op de inhoud is ook erg belangrijk. Maar alle bijzaken hebben een enorme de sfeer en de uitkomst van het proces.' (Page 166)
Onderzoek toont aan dat het zich verdiepen in tegengestelde meningen empathie en perspectief kiezen kan bevorderen, omdat mensen dan worden aangemoedigd om de kwestie vanuit het perspectief van een ander te bekijken.15 Zoals een begeleider van een burgerberaad ook aangaf: 'Wat ik op dit moment zie, is dat mensen veel informatie hebben gekregen. Ze zien zeer genuanceerde meningen, en het verbaast hen, weet je, tegen.' omdat eerst was het eenvoudig. Ze kwamen binnen en het was voor of tegen. (Page 168)
De vraag is vervolgens hoe we tegengestelde informatie zo kunnen presenteren dat het een positief effect heeft op de bereidheid van deelnemers om zich in elkaars standpunt te verdiepen. Die bereidheid kan toenemen wanneer deelnemers uitleggen hoe hun (tegengestelde) standpunten zijn geworteld in persoonlijke ervaringen die raken aan gedeelde waarden. Kubin en collega's laten bijvoorbeeld uitgebreid zien dat het horen van persoonlijke ervaringen met schadelijke gebeurtenissen (bijvoorbeeld schade na extreem weer in het geval van klimaatverandering) respect, redelijkheid en bereidheid tot interactie over een onderwerp kan oproepen bij discussiedeelnemers." Persoonlijke ervaringen die te maken hebben met waarden die niet door discussiedeelnemers worden gedeeld, hebben echter mogelijk een minder positieve invloed. Ook kunnen mensen sceptischer staan tegenover het horen van andermans ervaringen als deze hun eigen ervaringen tegenspreken. (Page 169)
In de toekomst zullen burgerberaden deels of geheel online gaan om een bredere en meer inclusieve groep burgers aan te trekken. Digitalisering van burgerberaden biedt veel nieuwe mogelijkheden, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Ons onderzoek richtte zich op een veel breder scala aan discussiecontexten dan burgerberaden alleen. De inzichten uit ons onderzoek kunnen beleidsmakers, begeleiders en organisatoren echter helpen om online discussie in de context van een burgerberaad beter voor te bereiden en uit te voeren. We zullen ons daarom richten ор de meest toepasbare lessen. (Page 176)
Note: Oneens
Aangezien digitale platforms defensief gedrag kunnen versterken, vooral in anonieme omgevingen, moeten organisatoren zich richten op het creëren van een uitnodigende virtuele ruimte die deze neiging tegengaat. (Page 176)
Welke combinaties van online en offline interacties en technieken zijn effectief, en wanneer? Hybride discussies combineren de schaal en inclusiviteit van online sessies met de persoonlijke connectie van fysieke bijeenkomsten. Wat zijn de beste manieren om deze werelden te laten samensmelten? (Page 184)
De vraag is of dit in de praktijk ook zo uitpakt. Rich Wilson en Claire Mellier signaleren een zorgwekkende trend: 'De huidige golf van deliberatieve processen richt zich op het helpen van regeringen om hun legitimiteit te vergroten en besteedt te weinig aandacht aan het helpen van burgers om de verandering te bereiken die ze willen zien. Op zijn best depolitiseert dergelijke gespreksruimte – waarvoor deelnemers vaak top-down worden uitgenodigd - de burgerbetrokkenheid; in het slechtste geval biedt ze legitimiteit aan regeringen die in feite tegen de veranderingen zijn die burgers willen." (Page 188)
Het primaire doel van een burgerberaad is het benutten van unieke kenmerken van burgers om beter beleid en betere uitvoeringsplannen te maken. Deze unieke kenmerken zijn ervaringskennis, creativiteit en het vermogen van burgers om op lange termijn te denken, los van de politieke waan van de dag. Het is mooi meegenomen als het vertrouwen in de overheid hierdoor toeneemt, maar dat is niet het primaire doel en ook geen automatisme. Mogelijk ontstaat er meer begrip en draagvlak onder burgers die actief deelnemen aan een participatietraject, maar niet per se onder de populatie als geheel.10 (Page 188)
Vraag het de burger! Een burgerberaad moet per definitie gaan over een vraagstuk dat relevant is voor burgers. Iets dat hen direct aangaat, en dat je als overheid (gemeente, Rijk, etc.) niet zelf kunt oplossen. Wij pleiten er dan ook voor om een diverse groep burgers al in de voorbereiding erbij te betrekken. Vanuit de opdrachtgever en vanuit het bureau dat het burgerberaad begeleidt, zitten immers vaak alleen hoger opgeleiden aan tafel. Hoewel professionals hun best doen om zich in te leven in de wereld van alle burgers, hebben ze onontkoombaar blinde vlekken en eigen (onbewuste) voorkeuren. (Page 189)
Note: Bij aansluiten
Nodig hiervoor een mini-afspiegeling van het beraad uit om - samen met de opdrachtgever (ambtenaren en/of politici) en onder begeleiding van een onafhankelijke procesbegeleider - de centrale vraag voor het beraad te formuleren. Hiermee voorkom je dat een (onbewuste) bias vanuit één perspectief de overhand neemt. Door dit samen met burgers te doen, zorg je ervoor dat de vraag die aan het beraad wordt voorgelegd, urgent, relevant en inspirerend is vanuit het perspectief van een diverse groep burgers. De centrale vraag is immers het fundament voor het goede gesprek. Door deze met, en niet voor burgers te formuleren, voorkom je dat er een heel 'circus' wordt opgetuigd, met de burger als niet meer dan figurant. Afspiegeling is geen vertegenwoordiging Afspiegeling betekent dat het beraad de diversiteit in het gebied zo goed mogelijk weerspiegelt. Diversiteit op aspecten die relevant zijn voor de vraag die op tafel ligt. Maar let op! Afspiegeling is niet hetzelfde als vertegenwoordiging. De gelote burgers zitten er niet als vertegenwoordigers van anderen. Het is niet hun taak om de stem van derden in te brengen. Ze praten niet namens een achterban en hoeven ook geen ruggespraak te houden. Iedere deeluniek perspectief in. nemer aan een burgerberaad zit er namens zichzelf en brengt een De afspiegeling van de burgers om wie het gaat, is nooit perfect. Maar zorgt ervoor dat mensen die loting voorkomt wel dat alleen de usual suspects aanschuiven. Het - om wat voor reden dan ook - niet uit zichzelf hun vinger opsteken, toch meedoen. Echter, mensen met een afkeer van 'het systeem', mensen in armoede met andere zorgen aan hun hoofd, mensen met drukke banen, mantelzorgers, en mensen die denken dat ze niet slim genoeg zijn; die krijg je alsnog maar moeilijk aan tafel. Toch levert loting nog altijd een meer diverse groep op dan een open uitnodiging of een oproep in de krant (Page 190)
Durf los te laten Bij een burgerberaad - zoals bij de meeste participatietrajecten – schuiven over het algemeen allerlei soorten mensen aan. Mensen met stokpaardjes, verlegen mensen die de ruimte niet durven pakken, brutaaltjes en betweters, snelle en trage denkers, optimisten en pessimisten, et cetera. Dit levert allerlei groepsdynamieken op; vertraging, weerstand, verborgen agenda's, grote-stappen-snel-thuis, en zo meer. Lang niet iedereen in een diverse groep van gelote burgers is gewend om in dit potentiële mijnenveld te opereren. (Page 191)
Toch kunnen mensen veel meer (aan) dan wij geneigd zijn te denken. Ieder mens kan ervaringen, behoeften en toekomstdromen delen. Zo niet in woorden, dan wel in beelden. Als burgers nemen we dagelijks allerlei besluiten, over school, over werk, over vrije tijd. Eenvoudige, maar soms ook lastige beslissingen, die je alleen maar samen met anderen - je kinderen, een goede vriend of een buur - kunt nemen. De meeste mensen zijn over het algemeen prima in staat om zichzelf te managen. (Page 191)
Procesverloop Tijdens het burgerberaad leiden we de deelnemers telkens weer door opeenvolgende fasen. Kaners participatiediamant¹ helpt deelnemers om te begrijpen wat er in elke fase gebeurt en waarom. Hij onderscheidt vijf fasen: I - Introductie (van het vraagstuk of een deelvraag) II – Divergeren (verkennen of verbreden) III – Emergeren (worstel- of stoeizone) IV - Convergeren (samenbrengen) V - Afsluiten (concluderen en oogsten) 14 Kaner, S. (2011). Facilitator's guide to participatory decisionmaking. JosseyBass. (Page 195)
In de praktijk zien we echter dat na de verkenning van het vraagstuk al vrij snel wordt overgegaan tot het genereren van concrete ideeën en oplossingen, als opstapje voor het opstellen van adviezen. Dit zien we terug in het procesontwerp, zoals onder meer beschreven in de recent gepubliceerde Handreiking burgerberaden.15 Deze snelle oversteek van probleem (divergeren) naar oplossingen (convergeren) – kan ertoe leiden dat het beraad niet verder komt dan al bestaande antwoorden of weinig vernieuwende aanbevelingen. Ook Wouter Hart en Thom Verheggen wijzen ons op het terugvallen op kant-en-klare oplossingen bij complexe vraagstukken. (Page 198)
De worstelzone op De hierboven al genoemde participatiediamant van Kaner biedt een waardevolle toevoeging om ruimte voor verdieping te creëren. Na de fase van divergeren, waarin uiteenlopende ideeën zijn geïntroduceerd en verkend, moet de vergaarde informatie worden verwerkt. Kaner noemt deze fase de groan zone, oftewel worstelzone. In deze fase nodigen we de deelnemers uit om los te komen van hun individuele belangen, en samen op zoek te gaan naar het gemeenschappelijke belang. Wat hebben ze gehoord? Welke ideeën willen ze verder uitdiepen? Welke behoeften leven er in de groep? Hoe zien zij de ideale toekomst voor zich? Zijn er alternatieven? Met welke dilemma's en trade-offs worden ze dan geconfronteerd? In deze fase komen deelnemers zichzelf en elkaar geregeld tegen. Want degenen die hun oplossing bij binnenkomst al klaar hadden, doen er vaak alles aan om anderen van hun gelijk te overtuigen. Sommigen zien in deze fase door de bomen het bos niet meer. Ze overwegen het bijltje erbij neer te gooien of gaan juist dwarsliggen. Weer anderen krijgen hun ideeën niet over het voetlicht, of durven überhaupt niet te spreken. (Page 199)
LEREN VAN DE HYPE: HOE KUNNEN WE DE RECENTE ERVARINGEN MET BURGERBERADEN VALORISEREN? Christine Bleijenberg Burgerberaden zijn een hype. Vooral gemeenten en provincies hebben de afgelopen jaren een groot aantal burgerberaden georganiseerd, en er staan er ook nog een heel aantal op de rol. Het kenmerk van een hype is dat deze ook weer voorbijgaat. Er is weinig reden om te denken dat dit niet ook voor burgerberaden geldt. Dat de hype voorbijgaat, hoeft niet erg te zijn als wordt geleerd van de ervaringen én die kennis bijdraagt aan de doorontwikkeling van burgerberaden als participatievorm (Page 211)
Note: Stuk bleijenberg Wij zijn oneens Vraag: is het blijvend?
Uit een analyse van de coalitieakkoorden 2022-2026 van de 32 grootste gemeenten bleek dat negen van hen zich ten doel hebben gesteld in die periode één of meer burgerberaden te organiseren. De gemeenten te organiseren. Terugkijkend zijn er de afgelopen jaren in gemeenten n provincies ten minste 65 burgerberaden in uitvoering genomen of reeds afgerond.³ Afgaand op de coalitieprogramma's staan er nog een heel aantal op de rol. Ook is begin 2025 het Nationaal Burgerberaad Klimaat van start gegaan. Het is niet overdreven om te concluderen dat het burgerberaad een hype is in Nederland. (Page 212)
Een burgertop heeft overeenkomsten met het burgerberaad en kan worden gezien als de voorloper ervan. Ook hier is sprake van een grote en divers samengestelde groep deelnemers, bijeengebracht door middel van loting. Deelnemers komen gedurende één of enkele dagen bij elkaar om tot voorstellen voor de overheid te komen. Een burgertop kent geen vooraf opgestelde agenda of vooraf opgestelde kaders. Het eigenaarschap van het proces en de uitkomsten van de burgertop ligt bij burgers. (Page 214)
Gelukkig is er in de praktijk veel behoefte om te leren over burgerberaden. Hoewel lang niet alle gemeenten en provincies evaluatieonderzoek naar hun burgerberaad laten uitvoeren, is evalueren gangbaarder dan bij andere participatieprocessen. In evaluatieonderzoek ligt de nadruk vaak wel op het afleggen van verantwoording over het burgerberaad aan bijvoorbeeld de gemeenteraad, en minder op leren. Ook is er lang niet altijd sprake van onafhankelijk onderzoek. (Page 217)
Toch blijkt in de praktijk dat het moeilijk is om te leren van ervaringen met participatieprocessen, om op basis daarvan verbeteringen door te voeren. Hoewel er de afgelopen tientallen jaren veel onderzoek naar uiteenlopende vormen van burgerparticipatie is verricht, hebben inzichten uit wetenschappelijk onderzoek nauwelijks tot verbetering van participatieprocessen in de praktijk geleid.12 Niet alleen wordt er in de praktijk te weinig gebruik gemaakt van de inzichten uit (wetenschappelijk) onderzoek, ook is het leren van de ervaringen van deelnemers geen structureel onderdeel van participatieprocessen. Om te kunnen leren van burgerberaden is feedback van deelnemers op de opzet en uitvoering van burgerberaden van groot belang. De vraag is dan hoe een evaluatieonderzoek moet worden ingericht zodat wordt bijgedragen aan het leren over en verbeteren van burgerberaden in de praktijk. En hoe een evaluatie kan worden uitgevoerd die recht doet aan het burgerberaad als specifieke vorm van participatie. (Page 218)
Om ervoor te zorgen dat onderzoek daadwerkelijk bijdraagt aan leren en aan doorvoeren van verbeteringen in de praktijk, is samenwerking tussen onderzoekers en participatieprofessionals nodig. (Page 221)
Niet alleen de overheid probeert doelen te realiseren, ook burgers hebben bepaalde verwachtingen van hun deelname aan een burgerberaad. (Page 222)
De ervaring serieus te worden genomen hangt niet zozeer samen met de uitkomst, maar met de ervaring van een eerlijk verloop van het participatieproces. (Page 223)
Een kenmerk van een burgerberaad is dat de deelnemersgroep een afspiegeling is van de samenleving. In twee jaar tijd is er kennis ontwikkeld over bijvoorbeeld de inrichting van het lotingsproces, waardoor het steeds beter lukt om een representatieve deelnemersgroep samen te stellen. Ook is er meer inzicht in wat geschikte onderwerpen zijn voor een burgerberaad.26 Zo kunnen het onderwerp en de vraagstelling onbedoeld leiden tot uitsluiting van groepen burgers. Bij het vaststellen van een onderwerp en de vraagstelling worden de consequenties van keuzes hiervan voor het burgerberaad beter doordacht. Wanneer wordt gekozen voor een abstract onderwerp dat ver van de beleving van bewoners af staat, wordt rekening gehouden met het mogelijke effect hiervan op de bereidheid van burgers om deel te nemen. (Page 227)
2022 werd in twee Haagse wijken (Statenkwartier en Laakkwartier & Spoorwijk) een burgerberaad over de energietransitie georganiseerd. Als onderdeel van het beraad werd een aantal (vier) experts gevraagd om een presentatie te geven. Uit het evaluatieonderzoek in Statenkwartier27 kwam naar voren dat deelnemers twijfels hadden over de samenstelling van de groep experts en de manier waarop zij invulling gaven aan hun rol. In de beleving van deelnemers waren sommige van de experts in hun presentaties eenzijdig in hun benadering, of hadden ze een normatieve opvatting over het vraagstuk van het burgerberaad. Deelnemers hebben ervaren dat er sprake was van sturing door sommige experts. (Page 228)
Onderzoeksliteratuur laat zien dat er - bedoeld en onbedoeld sturing uitgaat van de experts het verloop en de uitkomsten van een burgerberaad.29 Het evaluatieonderzoek onder deelnemers van het burgerberaad in Utrecht laat zien dat de onbedoelde invloed van experts kan worden voorkomen door deelnemers eigenaarschap te geven over de manier waarop er met de experts werd gesproken. Na drie jaar experimenteren worden bij het ontwerp van een burgerberaad onderbouwde keuzes gemaakt wat betreft het aantal experts, de diversiteit aan perspectieven van de informatie die wordt gegeven, en het eigenaarschap van deelnemers over dit onderdeel van het beraad. (Page 229)
Door in samenspraak tussen onderzoekers en participatieprofessionals onderzoek op te zetten en uit te voeren, kan daadwerkelijk worden geleerd van de ervaringen in de praktijk. Het burgerberaad beoogt burgers meer invloed te geven op belangrijke keuzes, en zodoende bij te dragen aan hun vertrouwen in de politiek. Ik pleit er daarom voor om de ervaring van deelnemers en wat voor hen belangrijk is, leidend te laten zijn bij het leren over burgerberaden. (Page 230)
Sterke democratieën (met vrije, eerlijke verkiezingen, scheiding van machten, vrijheid van meningsuiting, bescherming van mensenrechten, participatie van burgers, et cetera) zullen niet zo snel slachtoffer worden van een coup of machtsovername van buitenaf, zoals veel prille democratieën overkomt. Nee, de potentiële ondergang is veel minder zichtbaar en veel dichterbij: democratieën verkruimelen van binnenuit. (Page 231)
Note: Stuk Eva Rovers