Hoewel ik me al 30 jaar de tandjes werk, heeft dat harde werken nog nooit iets te maken gehad met het krijgen van ideeën. Het harde werken komt altijd daarna: als je het moet verkopen, of gemaakt moet zien te krijgen. Of als je bezig moet houden met alle andere randzaken die bij dit ‘vak ’horen, of die met het runnen van een bedrijf in dit ‘vak’ te maken hebben: personeelszaken, de administratie, interne politiek, pitches, new business of alle andere energiezuigende activiteiten waarbij minimaal 3 mensen betrokken zijn en vergaderingen, meetings, brainstorms, bilateraaltjes of formulieren om de hoek komen kijken.
Tijdens Het Grote Niets Doen, ben ik keidruk. Met mijn boeken herschikken. Het bureaublad van mijn computer opruimen. Met online auto’s zoeken, die ik al heel lang wil hebben, maar voorlopig toch nog niet kan betalen. Met Facebooken. Met Linkedinnen. En iets minder met Instagrammen. Met mijn dochter, en haar leefwereld. Met de meest onzinnige tijdschriften doorbladeren – tot aan de Linda en de Privé aan toe. Met de bonnetjes. Mijn zoon en zijn zoektocht naar een eigen woning. Met het nieuws. Met de hond. Met het efficiënter indelen van mijn kledingkast. Met ommetjes. Met de komende vakantie. Met de kapper. Met gekeuvel met de buren. Met mijn balkon. In de auto, onderweg, voor me uitmijmerend. Onder de douche. Na de sex.
Het mooie is: als je terugkijkt op al die ideeën, zie je opeens hoe belangrijk al dat Niets Doen daarvoor geweest is. Bijna alle ideeën die vallen, zijn terug te leiden op het boek dat je in je handen hield. Een artikel uit de Story. Een tekening die je dochter maakte. Een flard van een gesprek met de buren, een zin die iemand zei. Een trui die je vast had, en waarvan de geur een herinnering opriep. Een bonnetje dat je deed denken aan een etentje, waarin iemand iets heel raars zei, of een foto in een Instagram post die je opsloeg omdat je niet wist waarom, maar het toch moest doen.
In de creatieve rationale, die in mijn geval vrij uitgebreid is, maak je altijd achteraf het geheel pas sluitend – met je hersens, die het dan weer overnemen van je buikgevoel. Wat Altijd Klopt. Al 30 jaar lang.
Het hele ‘proces’ duurt meestal een dag of 3, 4. Hooguit 6. En ja: die autorit, dat warme bad of die vrijpartij vinden bij voorkeur zo dicht mogelijk tegen de deadline plaats. Maar dan ook echt: héél krap erop. Immers: dan heb je nog maar extreem weinig tijd. Dus moeten de oplossingen en de ideeën zo simpel mogelijk zijn. En laat eenvoud nu nét de basis zijn van genialiteit. Cirkeltje weer rond.