Geleidelijk aan kwam ik tot het besef dat mijn geloof veel te academisch was. Om eerlijk te zijn, het was gort en gortdroog. In geestelijk opzicht was ik helemaal verdroogd, en het laatste waaraan ik behoefte had, was meer van het droge en dorre materiaal dat in die tijd voor veel mensen het hoofdvoedsel leek te zijn. Ik had lekkere hapjes en drankjes nodig om mijn kijk op het evangelie opnieuw aan te wakkeren. Ik wilde opgewonden raken van mijn geloof, in vuur en vlam gezet worden door mijn liefde voor Christus. Al wat ik kreeg, waren preken en toespraken die een gedetailleerde uitleg van enkele bijbelverzen gaven, maar die op een of andere wijze nooit een verbinding wisten te leggen tussen de tekst en het echte leven.
Misschien is dat wel de grootste vorm van spirituele arrogantie die er bestaat - geloven dat datgene wat wij weten het enige is wat wij moeten weten.